Hoe krijg je meer kinderen met verschillende culturele en sociaaleconomische achtergronden op een categoraal gymnasium? Dat was de vraag die Spaarnesant en het Stedelijk Gymnasium zichzelf drie jaar geleden stelden. Het Stedelijk wil graag een school zijn voor álle kinderen in de stad, maar bleek moeilijk vindbaar voor leerlingen uit Haarlem-Noord, -Oost en Schalkwijk. ‘We zagen slimme kinderen vooral naar scholengemeenschappen gaan’, vertelt Ruscha Wijdeveld. Ze is directeur van De Erasmus, een reguliere basisschool in Schalkwijk met ongeveer 300 leerlingen. ‘En ouders met 36 verschillende nationaliteiten’, voegt ze daaraan toe. ‘Het categoraal gymnasium is bij hen nauwelijks bekend.’
Om de kinderen die daar wel goed op hun plek zouden zijn een eerlijke kans te bieden, werd in het schooljaar 2018-19 het project Doorstroming PO-VO gestart. Sebastiaan Voorn, coördinator onderbouw op het Stedelijk Gymnasium, bezoekt in de herfst deelnemende basisscholen om leerlingen kennis te laten maken met zijn school. Leerlingen met een havo/vwo- of vwo-advies worden in december uitgenodigd voor twee dagen op het Stedelijk. De eerste twee jaar deden vier scholen van Spaarnesant mee, waaronder De Erasmus. Elk jaar bezochten zo’n dertig leerlingen het Stedelijk, waarvan steeds twee zich daadwerkelijk aanmeldden.
In 2020 werd Doorstroming PO-VO opgeschaald naar negen basisscholen, ook van TWijs. Wijdeveld coördineerde de kennismakingen, Voorn leidde zo’n dertig leerlingen rond. Vijf van hen schreven zich op het Stedelijk in. Opvallend was dat vier leerlingen van andere scholen uit Schalkwijk zich ook aanmelden. ‘Je ziet dat de bekendheid van het Stedelijk groeit’, zegt Wijdeveld, ‘en dat is prachtig. Ons project verhoogt echt de kansen van deze kinderen. Ze nemen de ervaring de rest van hun leven mee.’ Alle leerlingen moeten overigens wel loten voor een plek op het Stedelijk. Zijn ze ingeloot, dan volgt in juni een introductiedag waarvoor ook hun ouders zijn uitgenodigd. ‘Het is belangrijk dat zij betrokken zijn en weten waar hun kinderen terechtkomen’, zegt Voorn. ‘Voor ons is het contact ook heel verhelderend. Sommige ouders beheersen amper de Nederlandse taal.’
Eenmaal op het gymnasium stromen de leerlingen uit de kansarme wijken automatisch in in De Huiskamer, de huiswerkbegeleidingsklas. Voorn: ‘De meeste leerlingen ervaren in de brugklas wel een cultuurschok. Bovendien leerde Ruscha ons dat deze kinderen vaak uit grote gezinnen komen en bijvoorbeeld geen rustige plek hebben om huiswerk te maken. In De Huiskamer kunnen ze vier dagen per week leren en krijgen ze extra begeleiding.’ Een goede doorstroming staat of valt met een goed contact tussen het primair onderwijs en het Stedelijk Gymnasium. Ook in de brugklas. ‘Korte lijnen, snel schakelen’, vat Wijdeveld de samenwerking samen. ‘Verbinding is essentieel om over en weer vooroordelen weg te nemen. Dit project draait op mensen die zich persoonlijk inzetten om deze kinderen te laten loskomen van hun vertrouwde wereld.’