De Parel, school voor speciaal onderwijs, zorg en revalidatie, telt ongeveer 125 leerlingen in de leeftijd van 4 tot 18 jaar. Elk van hen heeft een lichamelijke beperking en/of langdurige ziekte. Om goed te functioneren, hebben de kinderen onder schooltijd therapeutische begeleiding nodig: van de fysiotherapeut, ergotherapeut, logopedist, verpleegkundige, arts of psycholoog. De Parel biedt deze zorg integraal aan, zowel in de klas als daarbuiten. ‘Moet een kind zich bijvoorbeeld leren verplaatsen van rolstoel naar stoel’, vertelt teamleider Revalidatie Esther Stutterheim, ‘dan laat de therapeut in de klas zien wat de bedoeling is, zodat de leerkracht met het kind kan blijven oefenen. Leert de groep tellen, dan gebruiken de paramedici dat in hun therapieën. Op die manier ondersteunen en versterken onderwijs en revalidatie elkaar in een continue wisselwerking. We spreken dezelfde taal.’
De 17 paramedici van De Parel werken voor expertisecentrum Reade, maar zijn voor het merendeel formeel in dienst van Spaarnesant. De bedoeling is door een natuurlijk verloop het hele team op termijn over te dragen naar Reade. In aanloop naar de nieuwe samenwerkingsovereenkomst, die in 2020 werd getekend, schreven alle medewerkers mee aan het kwaliteitsplan. Directeur Reinier Bos: ‘Onze samenwerking bestaat al meer dan tien jaar en is van hoge kwaliteit. Dat formaliseren we in onze overlegstructuren, de professionalisering en een gezamenlijke visie.’
Hoe hecht de samenwerking in de praktijk ook is, op papier blijven onderwijs en zorg twee verschillende werelden. Met allerlei schotten in de inspectie, administratie en financiering. ‘Daar werken we ook aan’, aldus Bos. ‘De ontwikkeling van onze leerlingen moeten we vastleggen in afzonderlijke revalidatie- en onderwijsverslagen, maar voor ieder kind maken we gezamenlijk, ook in overleg met de ouders, één ontwikkelingsperspectiefplan. Daarin kijken we wat het allerbelangrijkste voor het kind is, en hoe we daar samen gaan komen. In de toekomst willen we naar het keurmerk Eén Kind, Eén Plan (EKEP).’
Tegelijkertijd voert De Parel met de gemeente Haarlem een stevig gesprek over de financiering. ‘We bieden zorg in onderwijstijd’, legt Bos uit, ‘en de vraag is wie voor die zorg verantwoordelijk is en hoe het bekostigd wordt. De gemeente is het met ons eens dat zorgkosten niet betaald horen te worden uit onderwijsgelden, maar heeft ook de opdracht om te korten op jeugdzorg. De budgetplafonds die de gemeente halverwege 2020 instelde, hadden consequenties voor sommige van onze leerlingen. Ze staan een inclusieve samenleving in de weg. Daarom zoeken we samen naar oplossingen, zoals één zorgbudget voor de hele school. Dat zou ook de verantwoordelijkheid voor de uitgaven bij de ouders weghalen en onze schrijflast enorm reduceren. De tijd die we nu kwijt zijn aan individuele zorgadministraties, kunnen we veel beter besteden aan de kinderen.’